h

Beleidsarm, taalarm. Begroting 2016-2019

3 november 2015

Beleidsarm, taalarm. Begroting 2016-2019

Mevrouw de Voorzitter,
Dit jaar hebben wij een beleidsarme begroting. Dat heeft twee aspecten die voor ons naar voren komen. Blijdschap en teleurstelling.

Ten eerste zijn wij blij dat het voor het eerst in jaren niet meer dringend nodig is om zwaar te bezuinigen op belangrijke voorzieningen. Lelystad heeft in de afgelopen jaren ongeveer 50 miljoen moeten bezuinigen, en zoals we allemaal weten hakt dat erin. Veel voorzieningen die tot een aantal jaren geleden als onmisbaar en teken van beschaving werden gezien zijn ook hier tot op het bot uitgekleed.
Wij zijn daarom blij dat het college er nu in geslaagd is een vooralsnog sluitende begroting te presenteren en een compliment is daarvoor op zijn plaats.

Dat de begroting beleidsarm is geeft ook aan dat het collegeprogramma zoals dat na de verkiezingen door de raad is vastgesteld op gang is gekomen en geen grote bijstellingen vereist. Wij zullen de uitvoering natuurlijk goed monitoren, om eens een modewoord te gebruiken, en op bijstelling aandringen als daartoe aanleiding ontstaat.

Ten tweede zijn wij teleurgesteld dat de begroting steeds lastiger te beoordelen is geworden vanwege de toenemende onzekerheden door steeds meer p.m. posten, veroorzaakt door veranderende spelregels en late besluiten van het Rijk. Veel gemeenten geven net als wij aan dat gemeenten hierdoor in onnodige problemen komen in hun verplichtingen om behoorlijk te besturen. Om van het voeren van eigen beleid maar te zwijgen. Onzekerheid leidt tot voorzichtigheid waar de omstandigheden juist tot initiatieven en innovatie schreeuwen.

De begroting is mede hierdoor beleidsarm, en dat is voor elke gemeente, maar zeker voor Lelystad met zijn problemen en kansen, ten minste teleurstellend.

De steeds maar weer doorgaande bezuinigingen door het Rijk, wij bezuinigen op rijksniveau nu al vanaf 1972, toen het kabinet Biesheuvel met het profijtbeginsel kwam, nu dus al 43 jaar, hebben veel schade aangericht in de samenleving. En ondanks alle schade die aan de maatschappij is en wordt toegebracht, heeft het de problemen nog nooit opgelost. Dat is te merken aan de stemming en het wantrouwen onder de bevolking. Een gemeente kan hier door zijn beleid maar heel weinig aan doen omdat wij voor inkomsten vooral van het rijk afhankelijk zijn.

Is dat onvermijdelijk? Welnee.
In dezelfde tijd dat de kabinetten Rutte enkele tientallen miljarden op haar begroting heeft bezuinigd, is alleen al in de zorg ruim 80 miljard (80 miljard) dat is opgebracht door ons allemaal om de zorg van te betalen, daar niet voor gebruikt, maar weggesluisd naar dode spaarrekeningen van verzekeraars en banken als buffers tegen ongelukken en wanbeheer. Dat geld staat daar dood te zijn en is onttrokken aan de reële economie en het doel waarvoor het werd bijeengebracht. Eenzelfde verhaal is op te hangen voor bijvoorbeeld onderwijs, en aan alle voorheen publieke taken die werden geprivatiseerd en waar schaalvergroting werd nagestreefd. Op die manier is een veelvoud aan het bezuinigde bedrag weggesluisd uit de economie ten behoeve waarvan? Tja, zegt u het maar.
Feit is dat het bij grote veelal internationale bedrijven tegen de plinten opklotst en de werkende bevolking en de zwakkeren in de samenleving steeds verder in de problemen komen.

Was dat onvermijdelijk? Is bezuinigen een natuurverschijnsel dat ons nu eenmaal overkomt?
Nee, natuurlijk niet. Het is het gevolg van politieke keuzes die nu al ruim veertig jaar worden gemaakt. Om de economische ideeën die eraan ten grondslag liggen hebben we allemaal  hartelijk gelachen toen ze in het begin van de jaren zeventig voor het eerst opdoken, inclusief alle toonaangevende economen van die tijd. De gevolgen, zoals we die nu dagelijks zien en meemaken werden toen al algemeen herkend en erkend, en de stemming was dat dit een absurde randtheorie was die zeker niet serieus genomen zou moeten worden. Het is aan toekomstige geschiedkundigen om zich te verbazen over hoe dit idee van moedwillige verarming van de rijkste landen ter wereld ooit dominant kon worden en zoveel moedwillige schade kon aanrichten.

Voorzitter, de SP heeft een aantal opmerkingen over deze begroting op zich.
Mede gezien het feit dat we van inburgeraars verwachten dat ze een taaltoets min of meer foutloos kunnen maken, mogen wij toch ten minste wel verwachten dat een belangrijk stuk als een gemeentelijke begroting foutloos taalgebruik bevat. Het aantal spel-en taalfouten (onze taalguru heeft er in de eerste ongeveer 80 bladzijden rond de 50 aangetroffen voor zij het tellen opgaf, waarbij stijlfouten buiten beschouwing zijn gelaten) vinden wij schrikbarend.

Voorbeelden: correct verrekenen komt nauwelijks voor, maar wel: verekenen, vereken, vrekenen, enz.

De begroting kan kleiner, andere gemeenten doen het met ongeveer 120 tot 30 pagina's. We lopen ertegenaan dat door de uitgebreidheid sommige delen niet meer kloppen of cijfers hier en daar niet overeenkomen, (bijvoorbeeld bij de verschillende weergaves van de reserves).
Bovendien lees je over dingen heen doordat ze weglopen in de oververduidelijking.

Er zijn een aantal onderwerpen waarover de SP zorgen heeft. Tenslotte is het college nu anderhalf jaar onderweg, en de tijd begint te dringen.

Een voor de SP en de stad belangrijk onderwerp daarbij is de traagheid bij de ontwikkeling van het duurzaamheidsbeleid. Het wordt tijd om tot uitvoering te komen, papier is er al genoeg aan besteed. Het kost allemaal goud geld, en er gebeurt niets zolang de overheid in de weg blijft lopen. Groene investeerders haken af door stroperigheid en onduidelijke plannen en procedures en het beschikbare geld vertrekt naar rendabeler bestemmingen, vaak in het buitenland. Nederland hangt internationaal onderaan in alle ranglijsten en dat is voor het vierde rijkste land ter wereld eigenlijk niet te verantwoorden. De wereld kijkt verbaasd achterom en loopt door. Juist Lelystad is in staat plaats te bieden aan nieuwe en innovatieve bedrijfstakken, en heeft dringend behoefte aan de beschikbare industrie en werkgelegenheid.

Voorzitter, de fractie van de SP maakt zich zorgen over de personele bezetting en de komende vergrijzing van het ambtelijk apparaat. De grens is wel bereikt als belangrijke taken en plannen van de gemeente blijven liggen of vertraging oplopen doordat ziekte en onderbezetting de voortgang onmogelijk maken.

De veranderingen in het sociaal domein, waarbij veel verantwoordelijkheden naar de gemeente zijn gekomen, blijft voortdurend in onze aandacht. Met name de forse kortingen in het gemeentefonds baren ons grote zorgen, wij zijn daarom ook tevreden met het inzetten van het Transitiefonds, waarmee we kunnen zorgen dat de zorg doeltreffender georganiseerd kan worden om de nodige transformatie te kunnen bevorderen.

Cultuur is voor de SP een heel belangrijk onderdeel dat bijdraagt aan het versterken van de Lelystadse identiteit. Wij zien hierbij een belangrijke rol voor de ontwikkeling van Batavialand, maar maken ons zorgen over het voortbestaan van de museale functies nu wederom de samenvoeging tot Batavialand vertraging heeft opgelopen.

Tenslotte:

De SP wil waardering uitspreken over de wijze waarop het college én de raad omgaan met de opvang van vluchtelingen. Wij zijn dankbaar, mede dankzij alle inspanningen, dat hier tot nu toe de beschamende taferelen zoals die zich op andere plaatsten hebben voorgedaan niet zijn voorgekomen.
Wij hebben op de deuren van de raadzaal artikel 1 van de grondwet geplaatst en wij kunnen met trots zeggen dat alle partijen, ongeacht verschillen in oordelen en voorkeuren voor schaal en de mate waarin Lelystad daarin een taak heeft, daarnaar hebben gehandeld. Wij hopen dat ook in de toekomst de raad eensgezind zal blijven met betrekking tot de rechten en plichten van allen die zich in Nederland bevinden.

De taakstelling vergunninghouders te huisvesten ligt voor Lelystad voor dit jaar op schema, maar zal de komende jaren mogelijk hoger uitvallen. Woningzoekenden mogen voor de SP niet de dupe worden van het conflict dat zich tussen het Rijk en de woningcoöperaties afspeelt. Mede met die opgave zien wij dan ook de sterke noodzaak aan te sporen op meer sociale woningbouw.

Wij zien een aantal economische ontwikkelingen die bijdragen aan de positionering van Lelystad, enkele daarvan zijn de Flevokust en de ontwikkeling van de Luchthaven met de daarbijbehorende infrastructurele opgaven. Wat wij ons echter bij dit soort projecten, maar zeker ook bij andere, afvragen is of er na het inkrimpen van het personeelsbestand nog wel voldoende kennis in huis is om bij deze opgaven ondersteuning te bieden zonder dat de hoogte van de inhuur van externen boven de 10% zoals die voor de Rijksoverheid geldt uitkomt (wij overwegen nog om hierover een amendement in te dienen).

Wij willen dat de zeggenschap over het openbaar vervoer in handen van de gemeente blijft en zullen dan ook nauwlettend de ontwikkelingen van de vervoersregio blijven volgen. Wij zien hierover een evaluatie met belangstelling tegemoet.

Dank u wel.

U bent hier