h

Toespraak Sharon Gesthuizen op de Dam

22 september 2015

Toespraak Sharon Gesthuizen op de Dam

In de ledenvergadering van 21 september 2015 kwamen reacties naar voren hoe we als leden moeten reageren op vragen hoe de SP tegenover de vluchtelingenproblematiek staat. Een paar leden hebben de toespraak van Sharon Gesthuizen gezien en/of gelezen. We willen als afdeling deze mooie,  warmbloedige woorden graag met u delen:

Vrede

Het enige wat we echt nodig hebben is vrede.
Er zijn op dit moment zes miljoen Syrische kinderen op de vlucht. Wereldwijd zijn er meer dan zestig miljoen vluchtelingen. De helft van hen is kind: er zin dertig miljoen kinderen die alles wat ze hadden, hun dorp of stad, hun huis, hun vriendinnetjes en vriendjes, familie, achter zich hebben moeten laten. Kinderen als Aylan; als Valentino destijds, een van de lost boys uit "Wat is de wat?"; als Aisha die ik in een vluchtelingenkamp in Zuid-Turkije heb ontmoet; als Mohammed, nog maar één jaar oud, die in een krot in Beirut woont; en als Joseph, die in het vluchtelingenkamp Mahama, Rwanda, waar intussen meer dan 36.000 Burundese vluchtelingen hun heil hebben gezocht, zijn arm om mijn schouders sloeg.
Het enige wat zij echt nodig hebben is vrede. Zodat ze niet bang meer hoeven te zijn, hun ouders weer kunnen lachen, ze naar school kunnen, kunnen leren, later kunnen werken en mooie dingen kunnen maken. Zodat ze trots kunnen zijn op wat ze in hun leven bereiken.

Eén van de belangrijkste redenen die mensen hebben om te vluchten of om verder te reizen na een eerste periode in bijvoorbeeld een kamp, is de toekomst van hun kinderen. Het onderwijs dat gevluchte kinderen krijgen is vrijwel altijd minimaal. Zelfs in Turkije, waar de kampen nog het best zijn qua voorzieningen, krijgen kinderen in klassen van tachtig maar een paar uur per dag les. We moeten vrezen voor het opgroeien van een verloren generatie.

Toch klinkt bij ons de roep steeds luider: "Grenzen dicht!"
Soms zeggen mensen dit omdat ze bang zijn om te verliezen wat ze hebben. Soms omdat ze het niet hebben getroffen in het leven; het zwaar hebben, arm zijn, niet gezien of gewaardeerd worden in ons eigen land. Soms zeggen mensen het omdat ze een vijand nodig hebben om zich sterk te kunnen voelen. Omdat ze groeien als ze anderen kleineren. Omdat ze winnen bij woede, haat of onverschilligheid.

Maar ik vraag hen: zijn de vluchtelingen er schuldig aan dat er wordt bezuinigd op de zorg? Nee. Zijn zij er schuldig aan dat er wachtlijsten zijn voor een betaalbare woning? Nee, de wachtlijsten waren er al voordat er meer migranten naar ons land kwamen. Waren er in ons land voordien dan al problemen als ongelijkheid, tweedeling en armoede?
Ja, die waren er - al lang.

Het probleem is niet dat we ons teveel om anderen bekommeren; het probleem is dat we dat te weinig doen. We zijn niet solidair met teveel mensen; we zijn solidair met te weinig mensen, en in te geringe mate.

En is het niet zo dat juist na de Tweede Wereldoorlog, toen de grenzen dicht bleken voor velen van de vijftig miljoen vluchtelingen destijds, het VN Vluchtelingenverdrag is geschreven? Is het verdrag er niet juist voor slechte tijden als deze; waarin het risico bestaat dat we ons laten leiden door angst, boosheid, egoïsme en onverschilligheid? Zijn regels er niet juist voor de slechte tijden, om te kunnen dienen als gids? Ik roep de VVD, het CDA en ook de Partij van de Arbeid op om dit te erkennen: het Vluchtelingenverdrag is juist nu actueler dan ooit.

Een rijk land als Nederland moet, kan en mag haar steen bijdragen. Daarop zouden we ook trots moeten zijn.

En niet alleen hier, door opvang, of daar, door geld te geven voor opvang in de regio.
Ook door te stoppen met gedrag dat de tweedeling en de ongelijkheid in de wereld vergroot.
De interventie in Irak ten tijde van Bush was fout; laten we daarvan leren. Onze wapenhandel floreert; maar wapens komen terecht op plekken waar ze een gevaar zijn voor onschuldigen. Onze handel groeit weer; maar zij is te vaak oneerlijk. Dit is de hypocrisie die het verdient om aangepakt te worden. Daar ligt de kans om een einde te maken aan de nood van de vluchtelingen.

Ik ga niet in op de roep om een vijand. Ik weiger te strijden tegen andere mensen, ook al noemt men hen extremisten, fascisten, racisten, nationalisten of fundamentalisten. Ik wens alleen te strijden tegen angst. De angst voor de ander.
We hebben niet minder solidariteit nodig. We hebben meer solidariteit nodig. Alleen die brengt vrede. Vrede voor onszelf. Maar ook voor hen.

En vluchtelingen zijn gewoon welkom.

U bent hier